auteur

Roelien ReindersIk begon eind jaren zeventig te roken – ik was toen zeventien. Mijn vader was een kettingroker en mijn moeder rookte af en toe voor de gezelligheid een sigaretje mee. “Ach kind, je moet het zelf weten”, verzuchtte mijn moeder, zoals alleen zij dit kon, toen ze zag dat ik ook was begonnen. Stoppen met roken was toen nog echt een ver-van-mijn-bed-show.

De eerste tien jaar heb ik met veel plezier doorgerookt. Dat verbeeld ik me tenminste, want ik kan me niet herinneren dat ik ooit heb willen stoppen. Integendeel, ik heb zelfs meerdere malen het goede voornemen gemaakt om in het nieuwe jaar vooral door te blijven roken. Kinderachtig en puberaal? Uh, ja.
In de jaren daarna begonnen mijn stoppogingen en kwam ik erachter dat dit nog lang niet makkelijk was. Het lezen van een boek over stoppen met roken was niet hetzelfde als stoppen met roken. Ceci c’est ne pas une pipe.*

Wat ook niet meehielp was dat ik eigenlijk allergisch was voor “moeten”. Als ik “moest” stoppen met roken, kwam er diep in mij iets in opstand dat al mijn stoppogingen ondermijnde. Het kostte me nog jaren om te beseffen dat ik dit “moeten” om moest buigen in een “mogen”. Het lukte me te stoppen. Ik ging door een moeilijke fase heen van ongeveer een half jaar, maar daarna was ik definitief rookvrij. Van ex-roker was ik niet-roker geworden.

In de jaren daarna dacht ik nauwelijks aan roken. In mijn directe omgeving waren geen rokers meer. Ik dacht eigenlijk dat ze niet meer bestonden. Tot ik op een camping in aanraking kwam met Oost Europeanen. Zij rookten nog volop. Ze gaven volmondig toe dat ze geen enkele controle hadden over hun rookgedrag. Dit inspireerde me om mijn ervaringen op papier te zetten, en hier een kort en begrijpelijk programma van te maken. Terugkijkend op de ervaringen van toen, kon ik bovendien nog een paar technieken toevoegen die de problemen na het stoppen konden verzachten.

Ik hoop van harte dat ik veel mensen hiermee kan helpen! Succes!